Fout bij het starten van de viewer

De configuratie kon niet worden geladen.

Zuidwestelijke Randweg-N207

Planregels

hoofdstuk 1 Inleidende regels

artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het inpassingsplan Zuidwestelijke Randweg-N207 van de provincie Zuid-Holland;

1.2 inpassingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9928.DOSx2009x0000121IP-VA01 met de bijbehorende regels;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren met uitzondering van de intensieve veehouderij;

1.6 archeologisch waardevol gebied:

gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn;

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.8 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs-)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfs- of dienstwoning verstaan;

1.9 bestaand:

bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de ter inzage legging van het inpassingsplan als ontwerp;

bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van de betreffende gebruiksbepaling;

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bevi-inrichtingen:

inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.13 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.14 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.16 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.17 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.18 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.19 consumentenvuurwerk:

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;

1.20 cultuurhistorische waarden:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;

1.21 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.22 geluidszone:

zone, zoals bedoeld in artikel 52 van de Wet geluidhinder;

1.23 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

1.24 kaart:

de digitale en/of analoge verbeelding van het GML-bestand NL.IMRO.9928.DOSx2009x0000121IP-VA01;

1.25 kamperen:

het plaatsen van een:

  1. tent, tentwagen, kampeerauto, caravan;
  2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,

één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.26 landbouwweg:

wegen bedoeld en ingericht voor de bereikbaarheid van agrarische gronden voor landbouwvoertuigen;

1.27 nutsvoorziening:

voorziening ten behoeve van het openbaar nut, ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;

1.28 peil:
  1. de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  2. voor een bouwwerk dat direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van dat bouwwerk;
1.29 professioneel vuurwerk:

vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;

1.30 staat van bedrijfsinrichtingen:

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze planregels deel uitmaakt;

1.31 recreatie:

het uitoefenen van activiteiten gericht op dagrecreatie;

1.32 vuurwerkbedrijven:

inrichtingen waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;

1.33 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;

1.34 wgh-inrichtingen:

inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;

1.35 werkterrein:

terrein dat benodigd is voor de uitvoering van bouw- en aanlegwerkzaamheden, waaronder wordt begrepen tijdelijke bouwwerken en andere werken, alsmede bestaande verkeers-, waterhuishoudkundige en nutsvoorzieningen.

artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De als Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijfsmatige activiteiten, behorende tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (opgenomen in bijlage 1 van deze regels);
  2. parkeervoorzieningen en terreinontsluitingen;
  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met dien verstande dat:

  1. horeca-activiteiten, Bevi-inrichtingen, vuurwerkbedrijven, Wgh-inrichtingen en inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r. 1994 niet zijn toegestaan.
3.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de navolgende bouwhoogte is toegestaan:
    1. maximaal 1 meter voor erf- en terreinafscheidingen voor (het denkbeeldig verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
    2. maximaal 2 meter voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    3. maximaal 7 meter voor palen en masten;
    4. maximaal 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.3 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 1:

  1. om bedrijfsactiviteiten toe te laten uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, voorzover de betrokken bedrijfsactiviteit naar de aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 1 toegelaten categorieën;
  2. om bedrijfsactiviteiten toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd. voorzover de betrokken bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 1 toegelaten categorieën;

met dien verstande dat:

  1. horeca-activiteiten, Bevi-inrichtingen, vuurwerkbedrijven, Wgh-inrichtingen en inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r. 1994 niet zijn toegestaan.

artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De als Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het behoud, beheer, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikte:

  1. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. bouwwerken tot een maximale hoogte van 1,5 meter waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m².
4.3 Specifieke gebruiksregel

Onder strijdig gebruik wordt binnen deze bestemming in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van de binnen de bestemming gelegen gronden voor intensieve vormen van recreatie, waaronder kamperen.

4.4 Aanlegvergunning
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
    2. het veranderen en dempen van waterlopen;
    3. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 50 m²;
    4. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief en educatief medegebruik;
    5. het aanleggen van leidingen.
  2. Het in 4.4. bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en/of normale exploitatie betreffen, die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan.
  3. De in 4.4 genoemde aanlegvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden en de vergunning uit oogpunt van een goede waterhuishouding aanvaardbaar is.

artikel 5 Verkeer-1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De als Verkeer-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, met niet meer dan 2 x 1 doorgaande rijstroken, alsmede parallelrijbanen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten en de daarbij behorende bermen en taluds;
  2. voet- en fietspaden;
  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. tunnels voor langzaam verkeer met een minimale doorrijhoogte van 3 meter;
  5. faunapassages;
  6. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. bruggen ter plaatse van de aanduiding brug.
5.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, onder de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  2. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
    1. de bouwhoogte van bruggen maximaal 15 meter mag bedragen;
    2. de bouwhoogte van bestaande bruggen en viaducten die niet aan de gestelde maatvoering voldoen, mogen worden gehandhaafd, maar niet worden vergroot;
    3. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen niet meer mag bedragen dan 2 meter;
    4. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer mag bedragen dan 10 meter;
    5. de oppervlakte van nutsvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 15 m² met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter;
    6. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 meter.

artikel 6 Verkeer-2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De als Verkeer-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, met niet meer dan 1 x 1 doorgaande rijstroken, alsmede in- en uitritten en de daarbij behorende bermen en taluds;
  2. landbouwwegen;
  3. voet- en fietspaden;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen;

alsmede voor:

  1. bruggen voor landbouwverkeer;
  2. verblijfsgebied, ter plaatse van de aanduiding verblijfsgebied;
6.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, onder de volgende regels:

  1. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
    1. de bouwhoogte van bruggen maximaal 1,5 meter mag bedragen;
    2. de bouwhoogte van bestaande bruggen en viaducten die niet aan de gestelde maatvoering voldoen, mogen worden gehandhaafd, maar niet worden vergroot;
    3. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer mag bedragen dan 10 meter;
    4. de oppervlakte van nutsvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 15 m² met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter;
    5. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 meter.
6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.26 van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding Wro-zone wijzigingsgebied, bevoegd de bestemming Verkeer-2 te wijzigen in de bestemming Bedrijf, waarbij geldt dat:

  1. Gedeputeerde Staten vooraf schriftelijk hebben ingestemd met de alternatieve situering van de keerlus;
  2. ter plaatse gebouwen zijn toegestaan en wel tot een bouwhoogte van maximaal 12 meter;
  3. bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat kleinschalige zelfstandige kantoren zijn toegestaan tot een bruto vloeroppervlak van maximaal 750 m² per vestiging;
  4. er moet worden voorzien in een aanvaardbare milieuzonering ten opzichte van de aangrenzende bestemmingen en milieugevoelige functies;
  5. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 3 van deze planregels.

artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De als Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. scheepvaartverkeer en watersport, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding waterweg;

met daaraan ondergeschikte:

  1. natuur- en groenvoorzieningen;
  2. nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.

artikel 8 Agrarisch - Voorlopige bestemming

8.1 Bestemmingsomschrijving voorlopige bestemming

De als Agrarisch met een voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. werkterrein.
8.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de voorlopige bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter.
8.3 Specifieke gebruiksregels

Gedurende de bouw van de weg en de bijbehorende kunstwerken mogen de gronden worden gebruikt als bouw- en werkterrein en ten behoeve van de opslag van machines, materieel, opslag van grond, zand, bouwmaterialen en overige goederen.

8.4 Geldigheidstermijn voorlopige bestemming

De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, is 5 jaar gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het inpassingsplan.

8.5 Bestemmingsomschrijving definitieve bestemming

De als Agrarisch met een voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.6 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de definitieve bestemming in lid 8.5, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. gebouwen en open overkappingen mogen niet worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 1,5 meter.

artikel 9 Natuur - voorlopige bestemming

9.1 Bestemmingsomschrijving voorlopige bestemming

De als Natuur met een voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. werkterrein.
9.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de voorlopige bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter.
9.3 Specifieke gebruiksregels

Gedurende de bouw van de weg en de bijbehorende kunstwerken mogen de gronden worden gebruikt als bouw- en werkterrein en ten behoeve van de opslag van machines, materieel, opslag van grond, zand, bouwmaterialen en overige goederen.

9.4 Geldigheidstermijn voorlopige bestemming

De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, is 5 jaar gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het inpassingsplan.

9.5 Bestemmingsomschrijving definitieve bestemming

De als Natuur met een voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het behoud, beheer, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikte:

  1. nutsvoorzieningen.
9.6 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de definitieve bestemming in lid 9.5, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer bedragen dan 1,5 meter;
  2. de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken mag niet meer dan 50 m² bedragen.
9.7 Aanlegvergunning
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
    2. het veranderen en dempen van waterlopen;
    3. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 50 m²;
    4. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief en educatief medegebruik;
    5. het aanleggen van leidingen.
  2. Het in 9.7 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud en/of normale exploitatie betreffen, die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan.
  3. De in 9.7 genoemde aanlegvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden en de vergunning uit oogpunt van een goede waterhuishouding aanvaardbaar is.

artikel 10 Recreatie - voorlopige bestemming

10.1 Bestemmingsomschrijving voorlopige bestemming

De als Recreatie met een voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. werkterrein.
10.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de voorlopige bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter.
10.3 Specifieke gebruiksregels

Gedurende de bouw van de weg en de bijbehorende kunstwerken mogen de gronden worden gebruikt als bouw- en werkterrein en ten behoeve van de opslag van machines, materieel, opslag van grond, zand, bouwmaterialen en overige goederen.

10.4 Geldigheidstermijn voorlopige bestemming

De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, is 5 jaar gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het inpassingsplan.

10.5 Bestemmingsomschrijving definitieve bestemming

De als Recreatie met een voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dagrecreatie;
  2. speel- en groenvoorzieningen;
  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikte:

  1. nutsvoorzieningen.
10.6 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze definitieve bestemming in lid 10.5 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter.

artikel 11 Water - voorlopige bestemming

11.1 Bestemmingsomschrijving voorlopige bestemming

De als Water - voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. werkterrein.
11.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de voorlopige bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter.
11.3 Specifieke gebruiksregels

Gedurende de bouw van de weg en de bijbehorende kunstwerken mogen de gronden worden gebruikt als bouw- en werkterrein en ten behoeve van de opslag van machines, materieel, opslag van grond, zand, bouwmaterialen en overige goederen.

11.4 Geldigheidstermijn voorlopige bestemming

De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, is 5 jaar gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het inpassingsplan.

11.5 Bestemmingsomschrijving definitieve bestemming

De als Water met een voorlopige bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikte:

  1. natuur- en groenvoorzieningen;
  2. nutsvoorzieningen.
11.6 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze definitieve bestemming in 11.5 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer bedragen dan 1,5 meter.

artikel 12 Waarde-archeologie (dubbelbestemming)

12.1 Bestemmingsomschrijving

De als Waarde - archeologie aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden, en secundair voor de bestemmingen die met deze dubbelbestemming samenvallen.

12.2 Bouwregels
  1. Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag niet worden gebouwd.
12.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het vorige lid met inachtneming van de volgende regels:

  1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de (potentieel) aanwezige archeologische waarden;
  2. voordat een besluit over ontheffing wordt genomen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies bij een archeologisch deskundige.
12.4 Aanlegvergunning
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook wordt gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, aanleggen van een drainage, ontginnen en het ophogen van gronden met meer dan 30 cm;
    2. het aanbrengen van drainages of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    3. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand.
  2. Het in sub a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het inpassingsplan;
  3. De werken of werkzaamheden als bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 1 genoemde doeleinden ontstaat.
12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Gedeputeerde Staten zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.26 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de bestemming Waarde-archeologie te wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk van de plankaart te verwijderen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.

12.6 Voorrangsregeling

Voor zover de dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:

  1. in de eerste plaats de bepalingen van artikel 13 (Waterstaat-waterkering);
  2. in de tweede plaats de bepalingen van artikel 12 (Waarde-Archeologie).

artikel 13 Waterstaat-waterkering (dubbelbestemming)

13.1 Bestemmingsomschrijving

De als Waterstaat-waterkering aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het beheer van waterstaatsdoeleinden en secundair voor de bestemmingen die met deze dubbelbestemming samenvallen.

13.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterstaatsdoeleinden;
  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen.
13.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het vorige lid met inachtneming van de volgende regels:

  1. ontheffing kan slechts worden verleend voor bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan op grond van de regels van de andere bestemmingen, waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
  2. voordat een besluit over ontheffing wordt genomen vragen burgemeester en wethouders schriftelijke advies bij het waterschap, hoogheemraadschap of derde, welke verantwoordelijk is voor (het beheer van) de waterkering.
13.4 Aanlegvergunning
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. het ontginnen, bodem verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
    2. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeer-gelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    4. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, aanlegplaatsen of verhardingen ten behoeve van de watersport.
  2. Het in sub a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het inpassingsplan.
  3. De aanlegvergunning kan worden verleend indien door de uitvoering van de in sub a bedoelde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen het normaal functioneren van de waterkering niet wordt of kan worden aangetast.
  4. Voordat een besluit over een aanlegvergunning wordt genomen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies bij de beheerder van de waterkering.
13.5 Voorrangsregeling

Voor zover de dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:

  1. in de eerste plaats de bepalingen van artikel 13 (Waterstaat-waterkering);
  2. in de tweede plaats de bepalingen van artikel 12 (Waarde-Archeologie).

hoofdstuk 3 Algemene regels

artikel 14 Anti-dubbeltelregel

14.1 Basisregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

artikel 15 Algemene gebruiksregels

15.1 Basisregel

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemmingen.

artikel 16 Algemene aanduidingsregels

16.1 Geluidzone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen krachtens dit plan toegelaten woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de krachtens de Wet geluidhinder geldende voorkeursgrenswaarden, dan wel de vastgestelde hogere grenswaarden.

artikel 17 Algemene ontheffingsregels

17.1 Bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing
  1. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels van het plan, ten behoeve van het in geringe mate, doch met niet meer dan 2,50 meter afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg, voorzover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen.
  2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels van het plan ten behoeve:
    1. het oprichten van bouwwerken voor algemeen nut mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan 20 m² en de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer zal bedragen dan 4 meter;
    2. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%.
17.2 Ontheffing

Een ontheffing als bedoeld in lid 1 kan niet worden verleend, indien de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden beperkt en/of indien ter plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.

artikel 18 Algemene wijzigingsregels

18.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid

Gedeputeerde Staten zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.26 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van:

  1. een afwijking ten aanzien van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, en overige aanduidingen op de kaart in het horizontale vlak die noodzakelijk is, ofwel ter aanpassing aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, dan wel indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is en er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten en mits die afwijking ten opzicht van hetgeen op de kaart is aangegeven, niet meer dan 5 meter bedraagt;
  2. een kortere geldigheidstermijn van de voorlopige bestemmingen zoals genoemd in de artikelen 8 tot en met 11.

artikel 19 Algemene procedureregels

19.1 Wijziging

Op de toepassing van de in deze regels opgenomen wijzigingsbevoegdheid is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

19.2 Ontheffing

Het voornemen waarbij toepassing wordt gegeven aan een bevoegdheid tot ontheffing wordt door Gedeputeerde Staten respectievelijk burgemeester en wethouders met bijbehorende stukken gedurende twee weken ter inzage gelegd. De terinzagelegging wordt vooraf bekendgemaakt in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad. Gedurende de termijn van terinzagelegging kunnen belanghebbenden hun zienswijzen omtrent het voornemen kenbaar maken bij Gedeputeerde Staten respectievelijk burgemeester en wethouders.

hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

artikel 20 Overgangsrecht

20.1 Overgangsrecht bouwwerken
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. Het eerste lid, onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
20.2 Overgangsrecht gebruik
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het inpassingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het tweede lid, onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het tweede lid, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het tweede lid, onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

artikel 21 Slotregel

21.1 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als:

"Regels van het inpassingsplan Zuidwestelijke Randweg-N207 van de provincie Zuid-Holland".

Aldus vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland in de openbare vergadering van 11 november 2009.

de griffier, de voorzitter,

Bijlagen

Heading 1

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Phasellus nec tortor eu risus pulvinar scelerisque ac sit amet tortor. Class aptent taciti sociosqu ad litora torquent per conubia nostra, per inceptos himenaeos. Aliquam erat volutpat. Quisque nec porta orci, eu condimentum neque. Mauris vulputate efficitur maximus. Sed non massa ac augue commodo efficitur quis facilisis leo. Mauris sit amet neque nisi. Vivamus ut magna eu nisl finibus luctus. Maecenas et ligula eu nisl tempor tristique.

Heading 2

Quisque quis pretium purus, et accumsan purus. Sed ornare quam in suscipit tincidunt. Cras pulvinar augue neque, non condimentum purus porta in. Nunc urna massa, ullamcorper vel rhoncus nec, consectetur eget turpis. Pellentesque quis porttitor lacus. Fusce bibendum vitae diam at scelerisque. Pellentesque suscipit leo at libero luctus, in mattis diam tincidunt. Nullam non nunc ligula. Nam rhoncus tincidunt condimentum. Duis pellentesque diam nec tincidunt feugiat. Nunc at velit leo. Nam erat lacus, viverra eu sagittis eget, rhoncus vitae massa. Nulla vitae venenatis dolor. Fusce id vestibulum risus. In et volutpat orci.

Fusce finibus ex elit, eget posuere risus feugiat at. Nullam quis laoreet lectus. Integer tempus pellentesque felis eget vulputate. Nullam vitae pellentesque mi, vel aliquet lectus. Cras volutpat venenatis venenatis. Fusce scelerisque maximus orci, ullamcorper vehicula sapien. Nulla eget ipsum enim. Vivamus lorem massa, lacinia nec fermentum ut, eleifend ac nunc.

Cras venenatis, ante et interdum consequat, eros nunc maximus risus, in dictum orci nisl malesuada dui. Quisque quis sagittis ante. Fusce venenatis ex id vehicula viverra. Aliquam a nunc non ante rutrum vestibulum. Morbi venenatis urna a aliquam accumsan. Nullam ac dictum mauris, et lacinia velit. Aenean ornare, ante non molestie viverra, nisi neque sodales urna, bibendum tincidunt velit turpis sit amet ex.

Fusce ut pulvinar orci. Pellentesque diam ipsum, dictum ut augue non, consequat sollicitudin ligula. Vestibulum sodales lacinia quam, ut fringilla magna semper vel. Suspendisse accumsan blandit augue vestibulum auctor. Etiam pretium magna ut felis porta bibendum. Sed ligula metus, posuere vitae mauris quis, malesuada consectetur diam. Nulla eget pulvinar purus. Cras suscipit condimentum felis, sit amet luctus massa fermentum in. Etiam et rutrum nisl. Nam eget eleifend nunc, in dapibus massa. Donec hendrerit, purus eget lobortis vulputate, magna nunc placerat dui, in vulputate nisi sem eu dolor. Aenean lobortis enim a imperdiet ultricies. Aenean fringilla semper efficitur. Phasellus ornare tempor convallis.